Wat is judo?

De Japanse sport judo is een sport voor jong en oud en voor jongens en meisjes. Een judoka gebruikt de kracht van zijn tegenstander om deze te overmeesteren.

Judo werd door Jigoro Kano (1860-1932) ontwikkeld vanuit de traditionele Japanse vechtkunst Jiu-Jitsu en het is niet zomaar een sport.

Kano beschouwde het zelfs als een opvoedkundige methode. Door judo leer je positief om te gaan met je agressie en judo is bovendien beschaafd. Je leert je tegenstander te overmeesteren zonder hem/haar te blesseren. Een van de belangrijkste uitspraken van Kano luidt: ‘Judo kan je alleen maar leren door het te doen!’ Bij judo staat zelfbeheersing centraal, waarbij de geestelijke, lichamelijke en motorische ontwikkeling voorop staat. Het leren omgaan met winst en verlies en respect hebben voor de tegenstander is een basis om veilig met elkaar te kunnen judoën. Kinderen met weinig zelfvertrouwen, krijgen meer vertrouwen in hun eigen kunnen.

Judo betekent de zachte weg. Het woord komt van twee Japanse woorden -ju- wat zacht of meegevend betekent en -do- , wat staat voor weg of pad. De zachte zijde van het judo zit hem in de opvatting en techniek.

Judo en ontwikkeling

Judo om het bewegen
Je beweegt veel op verschillende manieren. Je duwt, trekt, tilt, draagt, balanceert, enzovoort. Soms ga je hierdoor ook andere spelletjes leuk vinden.

Judo voor je lichaam
Omdat je zoveel verschillende dingen moet doen, leer je goed hoe je:
· Je lichaam het best kunt gebruiken om zo sterk mogelijk te zijn (KRACHT)
· Zo stevig mogelijk blijft staan (BALANS)
· Met je armen, je benen en je hoofd op hetzelfde moment verschillende bewegingen kunt maken
· Je conditie kunt bijhouden en verbeteren (UITHOUDINGSVERMOGEN)

Judo tijdens dat je opgroeit
Je speelt met elkaar en niet tegen elkaar. Je leert samen te ontdekken hoe je iemand het best uit evenwicht kunt halen. Je leert dat je na een val weer op kunt staan. (ZELFVERTROUWEN)

Bij judo mag je niet: Kietelen, knijpen, bijten, aan oren of haren trekken, vingers ombuigen, trappen, schoppen, been of voet verdraaien, etc. Dit zijn duidelijke regels en afspraken. Zonder deze afspraken kunnen we niet plezierig spelen op de mat.

De belangrijkste judoregels zijn:
· Alleen zonder pijn is het fijn, alles wat pijn doet is verboden
· Stop is stop, je moet direct stoppen als er word afgeklopt.
· Niet in het gezicht, je mag niet in het gezicht komen met handen of voeten.
· Geen hoofd wordt geroofd, je mag nooit alleen het hoofd vasthouden.
· Beter aaien dan klemmen of verdraaien, de grepen en worpen die het minst veilig zijn mag je alleen leren als je langer op judo bent of vanaf je 12e verjaardag. Daar zijn speciale reglementen voor.
· Judo doe je alleen op de judomat, NIET OP STRAAT !
· Je moet schoon zijn en geen sieraden dragen.
· Je mag NIET met judopak over straat
· Je mag NIETS doen wat gevaarlijk is voor een ander.